Het Waterschap Vallei en Eem is een klimaatstrategie aan het ontwikkelen om zich voor te bereiden op het veranderende klimaat op de langere termijn (2050-2100). Ter ondersteuning bij het tot stand komen van deze strategie is een verkennende klimaatstudie uitgevoerd. De resultaten van deze studie zijn verkregen door gebruik te maken van de huidige kennis aanwezig bij het waterschap, afgeronde studies, rapporten en wetenschappelijke literatuur, een workshop en inbreng van deskundigen. Bovendien zijn bestaande hydrologische modellen gebruikt om de KNMI ´06 klimaatscenario´s door te rekenen. De studie richtte zich op een viertal thema´s. Per thema is een knelpuntenkaart opgesteld en worden mogelijke adaptatiemaatregelen gegeven. Ook aan mitigatie is aandacht besteed.

Voor het thema veiligheid tegen overstromingen vormt een mogelijke peilstijging in de Randmeren de grootste bedreiging. Met betrekking tot wateroverlast kunnen de grondwaterstanden op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug flink toe gaan nemen (tot 1 meter). Met name op de flanken van deze stuwwallen kan dit leiden tot natschade voor de landbouw en knelpunten met betrekking tot stedelijk gebied. Een toename van extremere buien veroorzaakt extra wateroverlast door beperkingen in het ontwateringsstelsel. De regionale NBW-toetsing heeft plaatsgevonden aan de hand van het WB21-midden scenario. De recentste KNMI-scenario´s kunnen een extra opgave betekenen met betrekking tot wateroverlast vanuit het oppervlaktewater. Het watertekort kan als gevolg van klimaatverandering sterk toenemen. De potentiële verdamping in de zomer neemt fors toe. Met name de zogenoemde pluscenario´s van het KNMI veroorzaken een verlaging van grondwaterstanden tot 25 cm. Dit bemoeilijkt het realiseren van natuurdoelen en veroorzaakt extra droogteschade voor de landbouw. Het ecologisch functioneren van beken kan door het ontbreken van voldoende stroming bedreigd worden. Extreme droogte zal vaker voorkomen. Een droge zomer als die van 2003 zal in 2050 een gemiddelde zomer gaan worden; de verdringingsreeks zal vaker in werking treden. Bovendien is het waarschijnlijk dat er minder inlaatwater beschikbaar zal zijn. Er zijn weinig studies uitgevoerd die kijken naar de invloed van klimaatverandering op waterkwaliteit en ecologie. Situaties met langere perioden van droogte afgewisseld met hevige buien zullen de kwaliteit van RWZI-effluent en riooloverstorten negatief beinvloeden. Extremere situaties met betrekking tot wateroverlast en watertekort kunnen leiden tot meer af- en uitspoeling van nutriënten. Het ecologische functioneren van wateren wordt beperkt door onvoldoende stroming en onvoldoende waterdiepte. Temperatuurstijging zorgt met name in stilstaand water in combinatie met eutrofiering tot een toename van de knelpunten met betrekking tot blauwalgen, kroos en botulisme.

Er zijn meerdere oplossingsrichtingen mogelijk voor al deze knelpunten. Het is een bestuurlijke keuze voor welke oplossing uiteindelijk gekozen wordt. Om dit proces te faciliteren is een adaptatiematrix opgesteld.

Deze verkennende klimaatstudie heeft ook naar voren gebracht dat er nog een aantal essentiële kennishiaten bestaan voor het verder ontwikkelen van de klimaatstrategie. De studie is afgerond met een aantal concrete beleidsaspecten die ondersteunend zijn voor het ontwikkelen van een klimaatstrategie binnen het waterschap.

Gerelateerde publicaties

  • 2009 - H2OOtte, J., E. Hermans. 2009. Ontwikkeling klimaatstrategie Waterschap Vallei & Eem. H2O 5: 39-42X

    Ontwikkeling klimaatstrategie Waterschap Vallei & Eem

    Otte, J., E. Hermans

  • 2009 - H2OHermans, E., J. Otte, J. van Bakel. 2009. Regionale hydrologische modellering ter onderbouwing van klimaateffecten. H2O 4: 28-32X

    Regionale hydrologische modellering ter onderbouwing van klimaateffecten

    Hermans, E., J. Otte, J. van Bakel

  • 2008 - FutureWater Report 77Hermans, E., P. Droogers, W.W. Immerzeel. 2008. Verkennende klimaatstudie Waterschap Vallei & Eem. FutureWater Report 77X

    Verkennende klimaatstudie Waterschap Vallei & Eem

    Hermans, E., P. Droogers, W.W. Immerzeel