Vraagstelling

Voor een landgoed in het westen van Nederland was niet goed bekend wat de invloed van de waterhuishouding was op de beworteling en de boomgroei. Bovendien was het niet duidelijk hoe veranderingen in de waterbeheersing rondom het gebied, met name peilbeheer, zal uitwerken op de bomen.

Deze vragen komen vooral voort uit het slechte functioneren van een aantal boomgroepen, leiperen en eiken, over de laatste jaren. De centrale vraag is of de waterhuishouding hierbij een belangrijke rol heeft gespeelt, en zal spelen in de toekomst.

Methodologie

Er is vooral gebruik gemaakt van het simulatiemodel SWAP om de situatie in het verleden te analyseren en mogelijkheden voor de toekomst te bestuderen.

Uiteraard is er ook gekeken naar de hydrologische situatie in het verleden, waarbij klimaat en grondwaterstanden de belangrijkste informatie vormden.

Resultaten en conclusies

Metingen aan vijf grondwaterstandsbuizen in de omgeving van het landgoed laten zien dat de grondwaterstand de afgelopen tien jaar tussen de 1 en 2 meter heeft geschommeld. In de jaren 1996 en 1997 was de grondwaterstand lager, terwijl de situatie 1998-1999 juist een hogere grondwaterstand laat zien.

Figuur 1. Grondwaterstanden in de omgeving van het landgoed.

Er is een duidelijke relatie te zien met de neerslag over dezelfde periode: relatief droog in 1995 en vooral 1996 en 1997, en nat in 1998. Met behulp van remote sensing is ook gekeken wat de actuele verdamping voor het gehele landgoed was. Dit is vergeleken met resultaten van het simulatiemodel. Gezien de resolutie van de satelliet (~1.1 km) kon geen onderscheid gemaakt worden tussen de onderscheiden boomgroepen eik, beuk en leipeer. De waarnemingen van de satelliet bevestigen de resultaten van het simulatiemodel.

Het blijkt dat de beuken en de leiperen vooral te lijden hebben van wateroverlast, terwijl de eiken vooral last hebben van droogte. Dit hangt uiteraard samen met het feit dat de beuken en leiperen op een “contactprofiel” staan, terwijl de eiken op een “hangwaterprofiel” staan.

Figuur 2. Verwachte schade door watertekort en overschot bij verschillende grondwaterstanden.

Tenslotte is er gekeken wat de verwachte schade zou zijn onder bepaalde grondwaterstanden. Het is duidelijke dat de beuken en de leiperen erg gevoelig zijn voor hoge grondwaterstanden, terwijl eiken nauwelijks beïnvloed worden door een hogere grondwaterstand.

Figuur 3. Relatieve groei voor beuk (boven) en eik (onder) zoals gesimuleerd met het SWAP model.

Meer informatie kunt u verkrijgen bij de projectleider van dit project.