Hydrologische extremen, zoals de overstromingen die optraden tijdens de afgelopen moesson periode in Zuid-Azië, hebben een desastreuze impact op de samenleving. Er zijn aanwijzingen dat hydrologische extremen aan het toenemen zijn. Om de nadelige gevolgen van overstromingen te kunnen reduceren, is het noodzakelijk om aanpassingsstrategiën te ontwikkelen, welke kenneis vereisen omtrent welke drijfveren/processen verantwoordelijk zijn voor de veranderingen in de hydrologische extremen. Om deze redenen, hebben we een onderzoek uitgevoerd in samenwerking met ICIMOD en Universiteit Utrecht, om de effecten van klimaatverandering op hydro-klimaat extremen te analyseren in de bovenstroomse gebieden van de Indus, Ganges, en Brahmaputra. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gepresenteerd in een (open-access) paper die recentelijk gepubliceerd is in PLOS ONE en zijn afkomstig van ons Spatial Processes in Hydrology (SPHY) model, aangevoerd met een ensemble van klimaatscenario’s.

De projecties laten zien dat de piekafvoeren die eens in de 50 jaar optreden zullen toenemen in de meeste gebieden, aan het einde van de 21ste eeuw.

Onze bevindingen duiden op dat toekomstige klimaatextremen vaker zullen optreden. Zowel neerslag- als temperatuurextremen worden verwacht toe te nemen in omvang en frequentie. The toename in neerslagextremen, en in mindere mate ook de toename in temperatuurextremen, zullen uiteindelijk bijdragen in toename in de intensiteit en frequentie van extreme afvoeren in de meeste gebieden. Bijvoorbeeld, de piekafvoeren die eens in de 50 jaar optreden worden verwacht toe te nemen met 50% tot 150% aan het einde van de 21ste eeuw. Dit houdt in dat overstromingen vaker zullen voorkomen naar het einde van de 21ste eeuw toe. Alleen in het meest westelijke gedeelte van de bovenstroomse Indus wordt een afname in de intensiteit en frequentie van extreme afvoeren verwacht, wat voornamelijk toegerekend kan worden aan de afnames in gletsjer- en sneeuwsmelt.