Vraagstelling
Het Amsterdamse Bos is in vele opzichten uniek in vergelijking met andere bossen in Nederland. De locatie dicht bij een grote stad en de vele jaarlijkse bezoekers maken het gebied tot één van de drukst bezochte bossen van Nederland. Het unieke van het bos zit hem echter ook in de homogene leeftijdsopbouw en de unieke situatie van een bos in een polder op een vochtige en voedselrijke bodem.
De bijzondere standplaats heeft ervoor gezorgd dat het bos zich snel heeft ontwikkeld, maar nu de bomen rond de 60-70 jaar oud zijn, komt de vraag boven of de bomen en met name de wortelgroei nog optimaal functioneren. Hierbij speelt de waterhuishouding en het relatief natte karakter van de bodem een belangrijke rol, waarbij factoren als het functioneren van het drainagesysteem en de relatief grote kwel moeten worden meegenomen. De centrale vraag is welke interactie tussen de wortels, de bodem, het bodemvocht en de boomgroei plaatsvindt en wat het beheer kan doen om de toekomst van het bos veilig te stellen, gezien vanuit een waterbeheersing optiek.
Methodologie
De gebruikte methode bestaat uit een combinatie van het analyseren van bestaande gegevens, het opzetten van een simulatie model om de huidige situatie te begrijpen en om verwachtingen en opties voor de toekomst te bekijken.
Figuur 1. Vochtprofielen voor een diep wortelend, goed gedraineerd en normale kwel bos profiel voor het jaar 1996. Bovenaan uitgedrukt als volumetrisch vochtgehalte (m3 m-3); onderaan als pF waarden (log -h [cm]).
De grootste uitdaging bij een modelstudie is om zo getrouw mogelijk de werkelijkheid te beschrijven, maar er tegelijkertijd voor te waken om niet te verzanden in een complexiteit die onwerkbaar is. Uiteraard brengt een model met te veel vereenvoudigingen het gevaar met zich mee dat relevante processen niet goed of zelfs helemaal niet, worden beschreven. Het SWAP (Soil-Water-Atmosphere-Plant) model ,gekozen voor deze studie, is redelijk complex, maar gezien de interactie van vele processen die van invloed zijn op de hydrologie van het Amsterdamse Bos, de beste keus.
Verder is er intensief gebruik gemaakt van de schaarse grondwaterstandmetingen die door diverse instanties worden verzameld.
Resultaten en conclusies
Het Amsterdamse Bos heeft te maken met een complex systeem voor wat betreft de bodem-water-boom relaties waarbij factoren als kwel en drainage van groot belang zijn. Het fascinerende van het Amsterdamse Bos is dat het één van de weinige bossen is met deze specifieke kenmerken, wat tevens een zware druk op de beheerders legt, aangezien zij belangrijke beslissingen moeten nemen. Dit in tegenstelling tot de meeste bosbeheerders op droge zandgronden, waar water soms ook een probleem vormt, maar geen mogelijkheden zijn om in te grijpen.
Figuur 2. Gesimuleerde grondwaterstanden. Boven het huidige, en onder het natuurlijk peilbeheer.
De resultaten laten zien dat er veel variëteit in de verschillende gebieden van het Amsterdamse Bos optreedt, met name door het functioneren van het drainage systeem en de mate van kwel. Beheersmaatregelen zijn dan ook specifiek voor de verschillende gebieden. Met het SWAP model was het mogelijk om meer inzicht te krijgen in de huidige situatie, wat voorheen niet mogelijk was, als gevolg van het gebrek aan gegevens. Het blijkt dat vooral wateroverlast een bedreiging van het bos zal vormen, en niet zozeer droogte. Naast de huidige situatie zijn enkele opties voor de toekomst bestudeerd, waarbij een meer natuurlijk peilbeheer één van de meest in het oog springende is.
Verder is het van belang in de context van dit peilbeheer om in het Amsterdamse Bos een aantal peilbuizen te plaatsen om het huidige grondwater regime vast te leggen, en zodoende de resultaten van deze studie te verifiëren. Het belangrijkste resultaat is dat een natuurlijker peilbeheer in de meeste gevallen niet tot negatieve effecten zal leiden, en alleen in die gebieden met veel kwel negatieve gevolgen zijn te verwachten.
Informatie Meer informatie kunt u verkrijgen bij de projectleider van dit project.